Menu Sluiten

TRAVEL: op survival: mijn ervaringen

Rondtrekken door Duitsland. Als het niet is om op mijn skilatten te kunnen staan, heb ik weinig met dit land, zoals jullie hebben kunnen lezen in de artikels die ik schreef over mijn stedentrip naar Berlijn. Toch liep ik hier de afgelopen week een aantal dagen in rond. En het was nog mijn idee ook: Zuid-Duitsland. Twee van mijn vrienden en ik zijn gaan survivallen, onze ondertussen jaarlijks geworden traditie, door Duitsland. Alleszins, dat was onze eindbestemming. Waarom? Niet voor de cultuur deze keer, maar voor de vrijheid. Het lag al even vast dat we dat gingen doen, ergens, en we zijn dit jaar op Duitsland terecht gekomen. Voor mij was het nog maar het tweede jaar dat ik meeging. En gezien we vorig jaar binnen België bleven, stond ik erop dit jaar de grenzen over te steken.

Er was, ook zoals gewoonlijk, niet veel (niets…) op voorhand uitgestippeld en ik vertrok dan ook zonder enig idee waar we naartoe zouden gaan. Gelukkig hadden mijn vrienden wel een (soort van) plan in gedachten. Of toch: een vertrek- en eindpunt. Meer moet dat ook echt niet zijn voor mij. Drie dagen geen mensen om ons heen, genieten van de natuur, het gezelschap, ellenlange wandelingen maken omdat we de verkeerde weg zijn ingeslagen en onze tent ergens neerzetten als we merken dat het donker wordt. That’s life.

Dinsdagochtend namen we vol goede moed (en een rugzak, slaapzak, matje én tent) de trein naar Eupen. Vanuit daar zijn we beginnen wandelen tot net over de grens, om onze laatste nachtdoor te brengen in het Eifelgebied, en donderdagmiddag, op dag drie, terug te keren naar huis.

De eerste dag hebben we zo’n twintig kilometer gewandeld, met een tussenstop langs de laatste supermarkt op Belgisch grondgebied die we tegenkwamen om onszelf van avondeten te voorzien. We liepen stukken door het bos, stukken langs de weg, om tijd te sparen. Op die manier liepen we zeker juist en dat is wel zo fin als je weet dat het over twee uur donker wordt. Tussen zes en zeven uur elke avond, begonnen we uit te kijken naar en plek om onze tent neer te zetten. Een dichte, mooie omgeving (we zijn nogal kritisch op dat vlak, er bestaan heel lelijke bossen ook, daar wil je de ochtend erop niet in wakker worden…), geen mensen of auto’s in de buurt en een redelijk vlak oppervlak. Maar dat hadden we redelijk snel gevonden! We deden enkele pogingen om een kampvuur te maken maar door een gebrek aan stenen en een paar druppels regen viel ons vuur de eerste dag een beetje in het water. Letterlijk. Al bij al heeft het toch 20 minuten gebrand en dat was nét genoeg om onze marshmallows te laten smelten en op te eten. En de rest van ons avondmaal, we leefden gelukkig niet enkel en alleen op marshmallows. Hoewel dat perfect gepermitteerd is, na een hele dag wandelen (lees: springen, klimmen, zuchten, liggen, en weer opstaan).

Dag twee! Dit was de leukste dag van de drie. Ik sliep wonderbaarlijk goed beiden nachten. Matje of niet, de natuur doet een mens goed. Gelukkig maar. Er stonden namelijk nog net iets meer kilometers dan dag één op de planning. Rond de middag zochten we een cafeetje op om onze gsm’s op te laden en middag te eten, we stortten op een supergezellig hipsterachtig café met pizzabroodjes aan 1,5 euro. Dat werd beslist onze stop van vandaag. De tweede stop weliswaar. We hadden eerder die dag el eens een café uitgeprobeerd maar daar keken ze ons een beetje buiten. Kan er ook wel inkomen, achteraf gezien. Drie tieners die daar met hun hele hebben en houden komen binnenvallen, en spoor van modder achterlaten en dan ook nog eens in hhun (niet zo’n) beste Duits komen vragen of we hier alstublieft onze telefoons konden laden en onze waterflessen aanvullen. Maar goed. Dat even terzijde.

We bestelden waar we zin in hadden, speelden voor een vijfde keer in twee dagen rummikub en hielden een pauze van het wandelen die iets langer duurde dan gepland. Rond de late namiddag gingen we dan ook nog even een supermarkt opzoeken voor we weer het dorpje uitliepen en de rest van de dag niets anders meer dan bos zouden zien. Toen we langs en Duitse BRICO-achtige winkel liepen, kreeg Thomas ineens het geniale idee dat hij het deze avond gezellig wilde maken in de tent. Tien minuten lader stonden we buiten met twee snoeren kerstlampjes en een pakje AA-baterijen. Dan was het toch echt tijd om door te gaan!

Nog een paar uur verder kwamen we aan op eindbestemming. Bijna…Volgens onze wegbeschrijving waren we heel dicht in de buurt van het meer. Helaas betekende dat wel dat we nog een paar heuvels op en af moesten om afstanden te doorkruisen en bij het meer aan te komen. Dáár wilden we namelijk geraken. Dat bracht ons meteen nóg een paar uur verder en toen het al begon te schemeren, zetten we onze tent neer op de eerste beste plek die we vonden. Naast een supertoeristisch wandelpad weliswaar, dat is misschien niet het beste plan als het op wildkamperen aankomt, ook langs het water. Dat was het doel! We waren blij, bezweet en doodmoe.

Wat doe je dan zo’n hele avond?

Mijn vrienden kregen het die avond ook nog voor elkaar (wat krijgen die ook niet voor elkaar) om mij in dat ijskoude water te laten zwemmen, dan zouden zij wel volgen, zeiden ze. Uiteindelijk ben ik er als enige in geweest en stond ik, na een halve minuut en een paar instagram-waardige foto’s, dacht ik, weer langs de kant. De rest van de avond spendeerden we met het opzetten van onze tent, het verzamelen van stenen en hout voor ons vuur, het maken van marshmallow-sticks en een waslijn om onze natte kleren te laten drogen. We hingen onze kerstlampjes in de bomen en toen het helemaal donker begon te worden, zaten we alle drie te eten en te babbelen rond ons, deze keer wel geslaagde kampvuur. De avond was perfect. Op zo’n momenten realiseer ik mij waarom ik zo van backpacken houd. De sfeer op zo’n momenten is magisch. We hadden het erover dat dit vanaf nu een jaarlijkse traditie is, rond deze tijd van het jaar. Daar word ik alleen maar blij van natuurlijk.

Zo, dat waren mijn ervarngen rondom drie dagen door Duitsland. Voor herhaling vatbaar? Absoluut. Vanaf drie keer op rij kan je iets een traditie noemen en tradities horen in stand te blijven. Er zijn al wat bestemmingen gevallen van wat het zou kunnen worden. Als het maar weg is van huis is.

‘When nothing is sure, everything is possible’

Liefs,

Stien

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *